Standplaatsvergunningen
De algemene regel is dat je op élke openbare plek in Nederland een standplaatsvergunning moet hebben voor de plek waar je je foodtruck neerzet om je gerechtjes aan de man te brengen. Zo’n vergunning vraag je aan bij de gemeente waar je met je truck wilt staan. De vergunningen worden op gemeentelijk niveau geregeld en per gemeente zijn er behoorlijk wat verschillen. Afhankelijk van de gemeente zijn er regels voor bijvoorbeeld een vaste of tijdelijke standplaats. Wil je op verschillende plaatsen kunnen staan, zonder een vaste plek, dan heb je in sommige gemeenten een ventvergunning nodig. In andere gemeenten is het voldoende als je een melding doet van je activiteiten.
Voor de aanvraag van een standplaatsvergunning moet je kosten betalen, de zogenaamde leges. De hoogte van dit bedrag verschilt nogal per gemeente en hangt ook af van het soort standplaats en de locatie. Een drukbezocht stadsplein is bijvoorbeeld vaak een stuk duurder dan een park buiten het centrum.
Als je je foodtruck op gemeentegrond, oftewel op een openbare locatie plaatst, betaal je in sommige gemeenten ook nog precariobelasting. Dit zijn kosten die de gemeente doorberekent omdat je grond van de gemeente gebruikt. In sommige gemeenten is de precariobelasting meegenomen in de vergunningskosten. Als je grond van de gemeente huurt, hoef je ook geen precariobelasting te betalen, dat is dan al verwerkt in de huurkosten.
Als je een foodtruck exploiteert op eigen terrein heb je in principe geen standplaatsvergunning nodig, maar je raadt het al: de regels kunnen per gemeente verschillen. Het is dan ook altijd zinvol om de gemeentelijke regelgeving te bestuderen. Elke gemeente heeft een eigen Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In deze verordening vind je de regels op het gebied van openbare orde en veiligheid. Er zijn speciale onderdelen in de APV die verwijzen naar benodigde vergunningen voor horeca en evenementen.